dinsdag 30 november 2010

Beste reisverhaal gekozen



Geen Overijssels onderwerp. Maar het past wel bij de rubriek Overijsselaars op reis op dit weblog. En het past bij mijn interesse in reisverhalen. Daar ben ik een liefhebber van. Niet persé van literaire reisverhalen, maar vooral van reisbeschrijvingen, van verhalen over afzien, ploeteren op de fiets, avonturen, exotische plekken en meegenieten met de reiziger, die tijdens de reis vrij van sleur is.

Ter gelegenheid van het verschijnen van De Nederlandse Reisliteratuur in 80 en enige verhalen, geschreven door Jan Blokker jr. werd de verkiezing voor het beste reisverhaal uit de geschiedenis gehouden. Jan Blokker, die honderd dagen in de KB doorbracht om de verhalen voor zijn bundel te selecteren, selecteerde zes verhalen, die genomineerd werden. De verkiezing vond plaats op internet. Vorige week werd de winnaar bekendgemaakt. Met een grote meerderheid van stemmen werd Mijne reis naar Amerika van dominee H. Bavinck uit 1892 tot beste reisverhaal gekozen. Tweede en derde werden respectievelijk Donker Spanje van Bob den Uyl, en Een landingspoging op Newfoundland van W.F. Hermans. De overige genomineerden waren: De kunst van het wandelen van Martin Bril, Reize naar de Middelandsche Zee van N.A. van Rijneveld en Scheepsreis naar Oost- ofwel Portugees-Indië van Jan Huygen van Linschoten.

Blokker schreef over het winnende reisverhaal van Bavinck: ‘Het reisverslag van dominee Bavinck is zeer onbevangen en vol bewondering en verwondering geschreven. Bavinck reisde door de Verenigde Staten in een tijd dat het continent voor Europeanen nog werkelijk 'nieuw' was. Zijn oordeel over de geloofsbeleving van de Amerikanen (een thema dat hem zeer ter harte ging) getuigt van een grote tolerantie. Zijn verslag is van een bijzondere intellectuele grootheid.’

zondag 28 november 2010

Uit de Overijssel-collectie van de OBD (11): Landbouwenquête 1886

In de tweede helft van de 19de eeuw zijn er van overheidswege een aantal enquêtes gehouden, waarvan het onder Arbeidsenquête bekend staande onderzoek (parlementaire enquête op initiatief van de Tweede Kamer) in 1886-1887 naar de toestand in fabrieken en werkplaatsen de bekendste is. Deze enquête werd vanaf 1890 voortgezet door een Staatscommissie, waarbij het onderzoek verbreed werd naar o.a. ook woonomstandigheden. Wat Overijssel betreft zijn hierin verslagen opgenomen over Twente, de IJsselsteden en de veengebieden in Noord-Overijssel.



Een andere belangrijke enquête is de z.g. Landbouwenquête, officieel: Uitkomsten van het onderzoek naar den toestand van de landbouw en Nederland, ingesteld door de Landbouwcommissie, benoemd 18 september 1886. Het in vier delen gepubliceerde verslag van de commissie verscheen in 1890. Opdracht van de commissie was om de toestand van de landbouw in Nederland in kaart te brengen, en vervolgens voorstellen te doen waarmee de regering de ontwikkeling van de landbouw zou kunnen bevorderen.

In drie van de vier delen zijn de verslagen opgenomen van de enquêtes die in een groot aantal gemeenten gehouden zijn. In lang niet alle gemeentes zijn de enquêtes gehouden. De gemeentes die werden uitgekozen waren ‘type-gemeenten’ die symbolisch waren voor gelijksoortige gemeenten. Hoe men tot de indeling in verschillende type-gemeenten is gekomen staat nergens vermeld.
Het onderzoek ter plekke werd uitgevoerd onder leiding van ‘personen die berekend moeten zijn voor hun taak’. Het onderzoek moest overal ‘naar een vasten maatstaf geschieden’, zodat de uitkomsten van het onderzoek vergeleken konden worden. Toch kregen de onderzoekers de vrijheid zaken die zij van belang achtten toe te voegen. Gevolg van de werkwijze, waarbij het onderzoek per gemeente werd uitbesteed aan lokale deskundigen, was wel, dat de kwaliteit van de verslagen per gemeente verschilt. De commissie: ‘Het kan niet anders of de vruchten van den arbeid van meer dan honderd medewerkers uit verschillende standen der maatschappij, moeten groote verschillen vertoonen in opvatting en uitvoering’.

Overijsselse gemeenten komen aan bod in deel 1. Hieronder de gemeenten met tussen haakjes de deskundigen onder wiens leiding het onderzoek plaatsvond:
Losser (Mr. J.H.A.M. Essink)
Raalte (H.N. Osse)
Zalk en Veecaten (S.Dokter)
Dalfsen (H.J. Warnaars)
Ambt-Hardenberg (H.W. Weitkamp)
Staphorst (Mr. W.J. Baron van Dedem van de Rollecate)

In alle gemeenten werden dezelfde vragen gesteld over:
- de algemene toestand van de gemeente
- toestand van de bodem
- hoe is het bezit verdeeld
- de pachtvoorwaarden
- de toestand van de verkeerswegen en de middelen van vervoer
- kredietverstrekking
- verzekeringswezen
- de toestand van de landbouwbedrijven (het belangrijkste onderwerp)
- nadelige gevolgen van belastingen en rechten
- welke bijzondere gewoonten bestaan er in de gemeente
- de welvaart der landbouwers
- de toestand van de (land)arbeiders



Tussen de verslagen door zijn veel statistische overzichten opgenomen. Het vierde deel is geheel gewijd aan de vergelijking tussen de gemeenten.
Deze Landbouwenquête is een rijke bron van allerlei feiten en gegevens over het platteland eind 19de eeuw. Typisch zo’n uitgave om te digitaliseren. Een kwestie van tijd, denk ik, tot Google Books of dbnl dit op zich neemt. Tot die tijd is het complete werk helaas alleen ter inzage (vanwege zeldzaamheid en slechte papierkwaliteit), o.a. bij de OBD.
Historische verenigingen, zoals b.v. die van Losser en Staphorst, hebben de verslagen over hun gemeenten opnieuw uitgegeven.

maandag 22 november 2010

Uitslag fotowedstrijd Wiki Loves Monuments

Eerder berichtte ik al over deze fotowedstrijd, die tot doel had het fotobestand op Wikipedia uit te breiden, en dan speciaal met betrekking tot monumenten. Aan 8.000 monumenten zijn nu foto’s toegevoegd.
235 (amateur)-fotografen stuurden 12.500 foto’s op. Bij de tien beste inzendingen zat geen Overijssels monument of Overijsselse fotograaf.


Hier de winnende foto, een historisch pand met moderne winkelinrichting in de Amsterdamse Vijzelstraat. Kijk hier voor de volgens de jury 10 beste foto’s.

Mijn collega Marcel, erkend hobby fotograaf, stuurde ook foto’s in, zoals onderstaande van het standbeeld van Schaepman in Tubbergen.

zaterdag 20 november 2010

Topografische tekeningen in 'Een wereld van verschil'



Ontstaan topografische tekenkunst
Vanaf 1700 werd het vastleggen en verzamelen van ‘oudheden’ populair. Kastelen, ruïnes en kerken werden getekend en geschilderd en soms in encyclopedische uitgaven bijeengebracht. Bijvoorbeeld in Schatkamer der Nederlandse Oudheden (1711) en Kabinet van Nederlandsche outheden en gezichten (1725). Natuurgetrouw waren de prenten en schilderingen meestal niet; de kunstenaar mocht er van alles bij fantaseren om de afbeelding aantrekkelijker te maken.
Maar er ontwikkelde zich een topografisch genre, waarbij getracht werd een zo juist mogelijke weergave van de werkelijkheid te realiseren. Abraham de Haen en Cornelis Pronk waren beoefenaars van dit genre en Andries Schoemaker, textielkoopman uit Amsterdam was er een groot liefhebber van. Hij verzamelde afbeeldingen en informatie over ‘oudheden’, deed ook zelf onderzoek en financierde opdrachten aan kunstenaars om overal in het land (nog) aanwezige oudheden in beeld te brengen. Zelf ging hij graag mee met de studiereizen, die in de zomer plaatsvonden en waarbij de tekenaars zo veel mogelijk schetsten wat zij onderweg tegenkwamen, om deze schetsen later weer uit te werken. Zo trok het viertal Andries Schoemaker, zijn huishoudster Geesje Arens, en de tekenaars Cornelis Pronk en Abraham de Haen in de zomers van 1729 tot met 1733 door Nederland.

Over de hobbelde bobbelde heyde
Rond 1985 werd door de Zwollenaren A.J. Gevers en A.J. Mensema één van deze reizen gereconstrueerd, n.l. de tocht van het viertal in de zomer van 1732, die voor het grootste deel door Overijssel voerde. De auteurs brachten verspreide informatie en prenten vanuit allerlei archieven en bibliotheken bij elkaar. Hun boek Over de hobbelde bobbelde heyde (citaat van Schoemaker, toen hij de reis over de Drentse heide beschreef) is een chronologische weergave van de tocht midzomer 1732, voorzien van vele prenten van Pronk en De Haen en soms van andere tekenaars.
Het boek inspireerde de Deventer kunstenaar Peter Paul Hattinga Verschure om de reis uit 1732 nog eens te maken. Althans om na 276 jaar alle objecten die toen getekend zijn nog eens te bezoeken en te tekenen.

Een wereld van verschil
Uiteraard bleek na zo lange tijd veel verdwenen of veranderd, hoewel op sommige plaatsen de tijd leek te hebben stilgestaan. Hattinga Verschure verzamelde eerst zo veel mogelijk informatie om daardoor precies de plek te kunnen bepalen waar de tekenaars in 1732 zich bevonden toen zij schetsen maakten van kerken, landhuizen en kastelen, dorps- en stadsgezichten. Hij gebruikte ongeveer dezelfde materialen en technieken bij zijn tekeningen als zijn voorgangers destijds, om zo nog beter de situaties toen en nu te kunnen vergelijken. Bij zijn tekeningen vermeldt hij allerlei bijzonderheden, bijvoorbeeld hoe hij de juiste plek vooraf getraceerd heeft, de reis er naartoe, passanten die hij tijdens zijn werk ontmoet, bijzonderheden over wat op de tekening te zien is etc.
Bij alle tekeningen staan de coördinaten vermeld, zodat je de plek op Google Earth kunt nazoeken.

Het resultaat is een prachtig ‘kijkboek’ met een unieke verzameling 18de eeuwse topografische prenten, alle vergezeld van een tekening uit 2008, voorzien van interessante korte beschrijvingen.

Tentoonstelling
Nog tot en met 9 januari 2011 loopt de tentoonstelling 'Een wereld van verschil', waarin diverse prenten uit het boek in origineel te zien zijn, in het Stedelijk Museum Zwolle.

donderdag 18 november 2010

Holtens Nieuwsblad (1949-2010) gedigitaliseerd

Op de nieuwe website Erfgoed Rijssen Holten is het hele archief van het Holtens Nieuwsblad digitaal beschikbaar. Misschien geen groot nieuws want er staan al zoveel gedigitaliseerde kranten op internet. Maar voor Overijssel is het wel bijzonder. Het Holtens Nieuwsblad is pas (voor zover ik weet) de vierde Overijsselse krant, waarvan het krantenarchief voor iedereen op internet beschikbaar is gekomen. Voorgangers waren de Provinciale Overijsselsche en Zwolsche Courant (1815-1869), Dagblad van het Oosten (1940-1945) en Deventer Dagblad (1869-1916).
Het Holtens Nieuwsblad is voor het eerst verschenen in 1949 en is dit jaar opgegaan in het huis aan huisblad West Twente. Het complete archief vanaf 1949 is te doorzoeken.

Van de Rijssense equivalent, het Weekblad voor Rijssen, zijn nergens meer de complete jaargangen aanwezig. Er wordt nog gezocht naar ontbrekende nummers zodat deze krant in de toekomst ook kan worden gedigitaliseerd.



Het is niet de enige nieuwigheid op de website Erfgoed Rijssen Holten. Een grote fotodatabase is op de website vinden, die snel uitgebreid wordt. Binnenkort zullen er 10.000 foto’s te zien zijn. Wel moeten nog veel foto’s worden beschreven. Hier worden nog vrijwilligers voor gezocht.

Binnen enkele maanden zullen op de website – een samenwerking tussen Oudheidkamer Hoolt’n, de Oudheidkamer Riessen en de gemeente Rijssen-Holten - de gemeentelijke akten van geboorten, huwelijken en overledenen vanaf het jaar 1811, voor zover openbaar, ook digitaal te vinden zijn en gratis te printen.

dinsdag 16 november 2010

Van Bloemendaal tot Pekela: inkomens in Overijssel onder landelijk gemiddelde



Zoals de Tubantia vanmorgen meldde wonen de rijkste Overijsselaren in de Hof van Twente en de armste in Enschede. Tussen de totaal 431 gemeenten staat Enschede op de 420ste plaats, eenzaam tussen Oost-Groningse, Zuid-Limburgse en Noord-Friese gemeenten. De hekkesluiter is Pekela, gevolgd door Stadskanaal en Kerkrade.
De welstand in de Hof van Twente is relatief, want deze rijkste gemeente van Overijssel staat landelijk pas op een 183ste plaats. De top drie vormt geen verrassing: Bloemendaal, Wassenaar en Blaricum. Het gemiddelde inkomen per persoon ligt hier 65% boven het landelijke gemiddelde inkomen per persoon (24,6 duizend euro).

Het gemiddeld inkomen per persoon moet je qua bedrag niet te letterlijk nemen. Om het te bepalen wordt een ingewikkelde berekening uitgevoerd die op de website van CBS wordt uitgelegd. Rekening houdend met allerlei factoren worden huishoudens onderling vergelijkbaar gemaakt. Het gaat om de onderlinge verschillen, niet om het precieze bedrag.

De Overijsselse lijst – achtereenvolgens de positie op de landelijke ranglijst, de gemeente, het percentage boven/onder het landelijk gemiddelde.

183. Hof van Twente (2,4)
184. Wierden (2,4)
185. Dinkelland (2,3)
198. Borne (1,6)
214. Dalfsen (0,8)
233. Ommen (-0,2)
251. Tubbergen (-0,7)
275. Haaksbergen (-1,9)
282. Olst/Wijhe (-2,2)
293. Staphorst (-2,7)
295. Raalte (-2,8)
296. Zwolle (-2,9)
305. Zwartewaterland (-3,1)
312. Rijssen/Holten (-3,6)
331. Hellendoorn (-4,7)
336. Oldenzaal (-5,1)
343. Losser (-5,5)
350. Deventer (-6,0)
352. Steenwijkerland (-6,1)
372. Hengelo (-7,6)
374. Kampen (-7,6)
382. Hardenberg (-8,4)
388. Twenterand (-8,9)
411. Almelo (-12,1)
420. Enschede (-13,6)

zondag 14 november 2010

Digitale Atlas van Overijssel

Op de nieuwe website van de provincie Overijssel Atlas van Overijssel wordt een groot aantal themakaarten bijeengebracht. Het gaat dan om onderwerpen op beleidsterreinen als bodem, cultuur, economie, milieu, natuur en platteland, ruimte en wonen, toerisme, veiligheid en water.

Je kunt zoeken op gemeente, plaats, postcode en straat. Daarna kies je één of meerdere thema’s, waarvan dan een kaart verschijnt. De transparantie van de onderliggende topografische kaart kun je regelen. Je kunt ook kiezen voor luchtfoto’s als basis i.p.v. een kaart. Klik vervolgens op legenda om de betekenis van de kleuren en symbolen te bekijken. Wanneer je voldoende inzoomt komt ook Streetview te voorschijn waarmee de 360°-panorama-foto's op straatniveau tevoorschijn komen.


Afbeelding: kaart van het gebied rond de OBD (midden foto Van Alphenstraat) gecombineerd met een kaart uit 1900

Kaarten die in het kader van dit blog interessant zijn:
• onder Cultuur/cultuurhistorie: de gemeentelijke en rijksmonumenten. Door op de symbolen te klikken verschijnt er een foto met informatie.
• Behalve voor het huidige kaartbeeld kun je ook kiezen voor een kaart van 1900 of van 1950. Ook hier weer kun je de transparantie regelen, zodat je de oude en nieuwe situatie kunt vergelijken

Het (uitgebreider) vergelijken van historische kaarten uit verschillende periodes kan ook met behulp van de website Historiekaart en (uitgebreidere) informatie over monumenten is ook te vinden op de Cultuurhistorische atlas van Overijssel. Het handige van de Atlas van Overijssel is dat allerlei kaarten bijeengebracht zijn en dat je heel snel veel informatie kunt vinden over een bepaald gebied.

Aanvulling: t.g.v. de lancering van de website is er een prijsvraag georganiseerd met mooie prijzen.

zaterdag 13 november 2010

Boekenfestijn in Zwolle: miljoen boeken te koop



De Centrale Boekhandel in IJsselstein is een groothandel die partijen boeken opkoopt. Bijvoorbeeld restpartijen, niet verkochte voorraden uit winkels, boeken met een ‘vlekje’ etc.
12x per jaar wordt de hele magazijnvoorraad naar een grote hal in (West)-Nederland of Vlaanderen versleept, alwaar een vierdaags Boekenfestijn plaatsvindt. Vanaf nu gaat de frequentie van deze festijnen omhoog naar 25x per jaar, waarbij ook de periferie van Nederland bezocht wordt. Voor het eerst komt men in Overijssel: op 25 t/m 28 november in de IJsselhallen in Zwolle.

Volgens de organisatoren kunnen de bezoekers (gratis toegang) uitkijken naar:
• meer dan een miljoen boeken (let wel: niet een miljoen titels)
• enorme kortingen tot wel 90 % - b.v. ‘topliteratuur’ vanaf € 4,95 en kinder-, reis- en kookboeken vanaf 2 euro
• het grootste aanbod bestaat uit romans & literatuur (ook engelstalig)
• er zijn ook multimedia en hobbyartikelen te koop, dit keer in Zwolle ook Sinterlaas- en kerstartikelen


Openingstijden: donderdag/vrijdag/zaterdag van 10.00 tot 21.00 uur, zondag van 10.00 tot 18.00 uur

woensdag 10 november 2010

'De Textielbaronnen' van Bastiaan Willink. De fabrikantenfamilies, rem of motor?

De geschiedenis van de textielindustrie in Twente en de Achterhoek heeft al een vracht aan publicaties opgeleverd. De (selectieve) literatuurlijst in De Textielbaronnen van Bastiaan Willink bevat al zo’n 300 titels. Veel van de tot nu toe verschenen boeken en artikelen beslaan deelgebieden: periodes, arbeidsomstandigheden en sociale strijd, economische beschouwingen, fabrikantenbuitenplaatsen, biografieën, bedrijven afzonderlijk etc. Natuurlijk zijn er ook (pogingen tot) overzichtswerken, die de geschiedenis van de textielindustrie in al haar facetten behandelen. Het proefschrift De Twentsche katoennijverheid van J.A.P.G. Boot gold jarenlang als hét standaardwerk. Een echte opvolger is er nooit gekomen, al is er veel moois verschenen – het betrof toch meestal deelgebieden.




Bastiaan Willink probeert de geschiedenis van het eerste samenhangende industriegebied van Nederland wel in brede zin te beschrijven, maar die beschrijving is kort en weinig diepgravend. Het boek gaat voornamelijk over één facet, het familisme. Een zeer groot deel van de textielfabrieken waren familiebedrijven. Willink, historicus, stamt zelf uit een belangrijk Winterswijks fabrikantengeslacht. Vooral sinds Van Schelven’s Onderneming en familisme over Van Heek & Co., is de gangbare mening dat het familisme, kort door de bocht gezegd het prevaleren van het familiebelang boven het algemeen bedrijfsbelang, een belangrijke oorzaak is geweest voor de ondergang van de textielindustrie in pakweg de periode 1960-1980. Het valt Willink op dat het familiebedrijf ook in onze tijd nog floreert (kijk maar eens naar de Quote 500) en hij wil wel eens onderzocht hebben hoe dat nu precies zat met het Twents-Achterhoekse familisme. De uitdaging die Willink is aangegaan betreft het beschrijven van de opkomst, bloei en neergang van de textiel vanuit de invalshoek van de ontwikkeling van een familienetwerk. De Textielbaronnen vormt de neerslag van dit onderzoek, waarin de auteur de rol van het familisme als remmende factor nuanceert. In zijn inleiding noemt hij twee hoofdmotieven voor de publicatie van zijn boek. In de eerste plaats streeft hij naar gedeeltelijke rehabilitatie van het Twentse familiebedrijf. Daarnaast wil hij ‘de belangrijkste figuren die de opbouw van het hedendaagse Twente mogelijk hebben gemaakt weer de eer geven die hen toekomt’. Daarbij doelt hij uiteraard op de fabrikanten.

In het boek wordt in het kort het ontstaan en de opkomst van de textielnijverheid eerst in breed perspectief geschetst, maar kijkt Willink daarna in het bijzonder naar de families die een rol speelden. Doopsgezinde fabrikeurs hebben de textielnijverheid in de 18e en 19e eeuw op poten gezet. De doopsgezinden waren uitgesloten van overheidsfuncties en hadden geen politieke invloed. Zij richtten al hun aandacht op de handel en bedrijvigheid. Later zou voor Joodse fabrikanten hetzelfde gelden. Willink beschrijft de op- en neergang van de aanzienlijke families vanaf de 18de eeuw. Hij legt ook uit waarom bijvoorbeeld Enschede uitgroeide tot de belangrijkste textielstad en door welke factoren de textiel in de Achterhoek (Winterswijk) minder tot bloei kwam. Maar hij gaat vooral in op de familienetwerken, de heersende opvattingen, gewoontes en lifestyle binnen deze groep.
Het boek bevat een historisch overzicht van de 500 belangrijkste fabrikanten van 48 bekende Twents-Gelderse fabrikantenfamilies, een overzicht dat nog nooit eerder zo gepubliceerd is.
Hij kruipt als het ware in de huid van de fabrikanten en laat hun kant van het verhaal zien tegenover de aantijgingen die hen vaak ten deel zijn gevallen, vooral op het gebied van beloning en werkomstandigheden van de arbeiders. Overigens geeft de auteur toe dat er periodes zijn geweest – in de tijd dat de grote fabrikantenvilla’s verrezen – waarin een meer sociale houding niet had misstaan en ook financieel mogelijk zou zijn geweest. Maar dan wijst hij ook op de verschillen tussen de bedrijven. Sommige bedrijven floreerden, terwijl andere in dezelfde periode failliet gingen. Hij vindt de verguizing van de textielbaronnen niet terecht. Velen zullen het met hem oneens zijn. Toch doorbreekt hij met zijn boek taboes en zet hij vraagtekens bij opvattingen die algemeen gedeeld worden. Daarmee is De Textielbaronnen een aanwinst binnen de nooit aflatende stroom publicaties over de textiel in Twente en de Achterhoek.

zaterdag 6 november 2010

Website www.wieiswieinoverijssel.nl wordt uitgebreid

Mede door een bijdrage van het Prins Bernhard Cultuurfonds kan de website www.wieiswieinoverijssel.nl – ondertitel Van Harm Agteresch tot Salomon Zwartz - worden uitgebreid. Op de website staan biografieën van personen die van betekenis zijn geweest voor of in Overijssel, b.v. op een bepaald gebied, in een bepaalde streek of plaats etc. De website is een initiatief van het Historisch Centrum Overijssel, de Overijsselse Bibliotheek Dienst en Stadsarchief en Athenaeumbibliotheek in Deventer. Ik zit zelf in de redactie samen met collega’s van HCO en SAB.


Laatst toegevoegd: K.D. (Karel) Schönfeld Wicher, dialectonderzoeker en reiziger

Het streven is om tijdens de Boekenweek 2011 (16-26 maart), waarvan het thema ‘Geschreven portretten’ is de aanvulling gereed te hebben. Dan zullen een honderdtal biografieën zijn toegevoegd. Deze worden geschreven door journalisten en andere deskundigen op een bepaald gebied. Het gaat dan om originele nieuw geschreven biografieën van bekende Overijsselaren. De redactie denkt met de toevoeging van deze honderd personen in ieder geval ernstige gaten in de lijst van BO’ers te hebben gedicht. Natuurlijk houden we ons daarna aanbevolen voor aanvullingen en zullen we ook zelf op zoek gaan naar nieuwe biografieën.

Tot nu toe worden op www.wieiswieinoverijssel.nl al zo’n 350 personen beschreven. In enkele tientallen gevallen betreft het doorverwijzingen naar bestaande biografieën zoals die te vinden zijn in het Biografisch Portaal van Nederland – want we hoeven geen dubbel werk te doen. In een aantal gevallen hebben we toestemming gekregen van auteurs van elders gepubliceerde biografieën of necrologieën, bijvoorbeeld in jaarboeken of tijdschriften, na een eventuele bewerking op de website te plaatsen. Hierbij een oproep aan historische verenigingen om al gepubliceerde of nog te schrijven biografieën van plaats- of streekgenoten beschikbaar te stellen voor de website.

Om welke personen gaat het bijvoorbeeld? Hieronder een lijstje van onlangs toegevoegde biografieën: de kunstschilders Paul Bodifée, Jan Broeze, Henk Lamm en Ben Akkerman, H.M. Bruna (schrijver), A.J. Brusse (fotograaf), Wolter ten Cate (fabrikeur), B.A.A. Engelbertink (politicus), Han Hollander (sportjournalist), Marti ten Kate (hardloper), Aebele Kluwer (uitgever), Jo van Marle (voetbalbestuurder), J.P. Nagelhout (collectioneur), Erben Wennemars, Hans Alma (publicist), Anna Morian (dichteres), Gerard Veldscholten (wielrenner), Gulia Palthe (weldoenster), Femmy Groen (schaatskampioene), Karel Schönfeld Wichers (reiziger).

donderdag 4 november 2010

Maandblad De Kampioen van de ANWB in Google Books

De Kampioen van de ANWB is het eerste Nederlandstalige blad dat door Google digitaal toegankelijk is gemaakt. Aanleiding was het 125-jarig bestaan van de ANWB. Het maandblad staat nu vanaf het eerste nummer in 1884 tot en met jaargang 2007 online op Google Books.

Zou je gaan bladeren in de jaargangen van dit ‘grootste maandblad van Nederland’, dan kun je de geschiedenis volgen van de recreatie, de mobiliteit en het toerisme. Ook veel nieuws over de ANWB zelf uiteraard. Even zoeken en je vind het artikel (oktober 1946) waarin wordt bekend gemaakt dat iedereen vanaf dat moment voor 10 gulden per jaar lid kan worden van de Wegenwacht, en dat de ‘gele rijders’ op hun motoren met zijspan nu het gehele land bestrijken. Wel rijden ze vaste routes volgens een bepaald (opvraagbaar) schema. Een meldkamer was er natuurlijk nog niet, je moest net zolang wachten tot er één voorbijkwam.


Afbeelding: zomaar een treffer, zoekend op Enschede (juli 1963)

Voor degenen onder ons met enige hang naar nostalgie een mogelijkheid om in vroeger tijden rond te dwalen. Wie op zoek is naar feiten, de eerste dit of dat, doet ook verrassende ontdekkingen. Ook vind je veel informatie over plaatsen of plekken. Zoek b.v. op Giethoorn en je ziet hoe het toerisme zich daar door de jaren heen ontwikkelde of lees hoe Ommen toeristisch op de kaart werd gezet door de kampeerkampen van de ANWB in de jaren vijftig.

maandag 1 november 2010

Muziek uit het oosten (32): Duo Come Back - Anton op den bok

Een speciale rubriek – voor de liefhebbers van muziek. Van alles wat – in ’t Engels of in ’t plat. Goud en oud, nieuw of fout.



Toen ik ooit op een verjaardag 5 verschillende flessen whisky kreeg ben ik de etiketten gaan sparen. Dit is de derde uitvoering van Anton op den bok, de Oost-Nederlandse traditional, die ik op YouTube heb gezet. Het verzamelen is begonnen. Na Hans Theessink en Boh Foi Toch, nu Duo Come Back met een uitvoering (uit 1980), die van de drie het meest doet denken aan de bruiloften en andere feesten in Oost-Twente waar dit lied vaak gezongen wordt.