maandag 24 mei 2010

Nieuw werk van reizende Overijsselaars

In de rubriek Overijsselaars op reis zijn ze beiden al aan bod geweest, de Nijverdalse Ada Rosman-Kleinjan en de man zonder vaste woon- of verblijfplaats, maar geboren in IJsselmuiden, Henk de Velde. Allebei publiceerden ze onlangs een nieuw boek.



Ada Rosman-Kleinjan Starende beelden op Rapa Nui
Ada Rosman-Kleinjan maakte met haar echtgenoot Jan een tocht grotendeels met het openbaar vervoer Van Rapa Nui (Paaseiland) door Chili, Bolivia en Peru naar de Peruaanse hoofdstad Lima. Onderweg werden dagtrips en meerdaagse tochten gemaakt naar bezienswaardigheden zoals onder meer de zoutvlaktes van Uyuni en Machu Picchu. Wanneer je het eerste hoofdstuk gelezen hebt over het verblijf op Paaseiland (zo groot als Texel – met eenzelfde verhouding bevolking-bezoekers), heb je de indruk dat je het eiland al kent. De tradities en eigenaardigheden van de bevolking, de indruk die de stenen beelden maken, etc. worden goed beschreven. En dat geldt ook voor de beschrijving van de overige landen die bezocht worden. Zaken die typisch zijn voor een bepaald land worden genoemd, evenals de kleding, leefomstandigheden. Sommige dingen vallen op en gelden voor bijna het gehele gebied: ’s nachts is het overal stervenskoud (de Andes is een hooggebergte), het openbaar vervoer is vaak zeer comfortabel, je moet voortdurend je paspoort laten zien, je moet voor elke bezienswaardigheid betalen en er zijn veel loslopende honden in Zuid-Amerika, die op sommige plekken ook nog goed worden behandeld.
Het boek geeft een mix van informatie en persoonlijke belevenissen. Ada Rosman heeft een onderhoudende schrijfstijl. Dit maakt dat je haar boeken gewoon voor je plezier kunt lezen, ook wanneer je tijdens je eigen vakanties niet verder komt dan Zuid-Limburg of Drenthe. Haar reisverhalen doen me een beetje denken aan de boeken van Frank van Rijn, de wereldfietser. Wie de boeken van Frank van Rijn graag leest, raad ik Ada Rosman ook aan. Beide auteurs worden niet gerekend tot de literaire reisauteurs, maar ik lees hun verhalen liever – waarom precies zou ik niet kunnen zeggen - dan die van Cees Nooteboom, Lieve Joris, Carolijn Visser e.a.
Website Ada Rosman



Henk de Velde Nergens is ook ergens
Nergens is ook ergens van Henk de Velde is een totaal ander boek dan dat van Ada Rosman, maar vergelijkingen moet je ook niet willen maken. Henk de Velde is met niemand te vergelijken. De zeezeiler, die opgroeide in de nabijheid van het Ganzediep, leeft aan de rand van de wereld en maatschappij – letterlijk en figuurlijk. Het liefst zou hij buiten onze wereld willen leven, maar helemaal zonder kan niet en hij is ook geen escapist. Reizen kost geld en als je nog een zoon en een moeder hebt ga je die soms missen.
Nergens is ook ergens gaat over de eerste ruim anderhalf jaar van zijn Never Ending Voyage. Het is een verslag van de reis – hoewel hij vele maanden in Argentinië voor anker lag vanwege een afgebroken mast -, maar het reisverhaal wordt afgewisseld met filosofische bespiegelingen over Het Leven, God, Geld (de Mammon van het Kwaad) en veel over de Maatschappij (loonslaven, de tredmolen, conditionering, de al dan niet vrijwillige verplichtingen die we aangaan, de tijd die voor je ingevuld wordt).
Via de Wereldomroep hoort hij van het uitbreken van de kredietcrisis en krijgt er zelf ook mee te maken. Henk de Velde leeft van nog geen 8.000 euro per jaar (inclusief onderhoud boot). Hij had nog een klein kapitaaltje waar hij net de nieuwe mast van kon betalen – en dan is het belangrijk hoe de koers van de euro is.
De langste oversteek op aarde is die tussen Zuid-Amerika en Australië. Een vlieg bleef zo’n 1500 mijl aan boord, totdat hij de Juniper verliet, een wisse dood tegemoet. Vanaf dat moment voer Henk helemaal alleen op de 40ste breedtegraad. Hij voer ver onder Zuid-Afrika door om te kunnen laveren tussen golfstromingen, winden en lage- en hoge drukgebieden. De barometer is zijn belangrijkste instrument. Op sommige delen van de route is elk contact met de wal onmogelijk. Het lukt hem – bijna altijd laten de weersomstandigheden dat niet toe – te landen op Tristan da Cunha, het meest afgelegen eiland ter wereld, waar 265 mensen wonen en waar zelfs Boudewijn Büch nooit geweest is. Hij kan er vanwege het weer slechts 3 uur verblijven en wordt emotioneel als hij het kerkje binnentreedt. De enige persoon die hij echt spreekt is de Anglicaanse priester, die naar de kerk gekomen was, omdat hij het gevoel had dat er wel eens iemand kon komen.
Zoals op al zijn reizen het geval is, brengt de rest van de route naar Albany (Australië) een afwisseling van zware stormen (slapen in de zeilkleding, klaar om in te grijpen) en rustig dobberen onder een door volle maan verlichte sterrenhemel.
In Albany eindigt het boek. Henk de Velde reisde verder naar Japan en was dit voorjaar even terug in Nederland. Inmiddels heeft hij zijn reis in Japan voortgezet.
Website Henk de Velde

Geen opmerkingen: