zondag 28 maart 2010

Uit de Overijssel-collectie van de OBD (9): Twentsche Almanak



Almanakken bestaan vanaf het ontstaan van de drukpers en waren er in vele soorten en maten, zoals op de webtentoonstelling van de Koninlijke Bibliotheek te zien is. Er zijn almanakken die al enkele eeuwen geleden voor het eerst verschenen en nog steeds bestaan. Tijdens het hoogtepunt van de almanak (18e en 19e eeuw) hadden verschillende bevolkingsgroepen hun eigen almanak: zakenlieden, militairen, vrouwen, kinderen, protestanten, katholieken, joden, studenten, vrijmetselaars, boeren en liefhebbers van proza en poëzie.

Een aantal almanakken ontlenen hun naam aan een plaats, streek of provincie. De bekendste is de Enkhuizer Almanak, maar ook in Overijssel waren/zijn er diverse almanakken. Uiterlijk kenmerk van dit type almanakken is dat ze klein en handzaam zijn. Je kon ze in je zak steken. Ze waren goedkoop en hadden daardoor hoge oplagen. Maar toch, juist omdat het eigenlijk gebruiksvoorwerpen waren, zijn veel oude almanakken uiterst zeldzaam. Bibliotheken en archieven bezitten vaak incomplete verzamelingen, sommige jaargangen zijn er gewoon niet meer.

De eerste almanakken fungeerden als kalender. Aan de kalenderdagen werden steeds meer wetenswaardigheden toegevoegd: astrologische voorspellingen, feest- en gedenkdagen, weersvoorspellingen, zon- en maanstanden, markten, postdiensten, geldkoersen, samenstelling gemeentebesturen e.d., trein- en busdiensten, kerkdiensten, adressen etc. En niet onbelangrijk, allerhande mengelwerk: verhalen, gedichten, spreuken en gezegden, rijmsels, anekdotes, cartoons, zoekplaatjes en zelfs moppen. Zo kon degene, die gewoonlijk niet veel las, na het verschijnen van een almanak voorlopig weer even vooruit. Ideale lectuur ook voor op het toilet bijvoorbeeld.

De voor zover bekend oudste almanak komt uit Overijssel: de Deventer almanak, waarvan de oudste uitgave van omstreeks 1480 dateert, en die ook werd gevonden tussen de resten van de expeditie van Barentsz en van Heemskerck (1595).
Ook de Steenwijker almanak (1664) heeft een eerbiedwaardige ouderdom. De Overijsselsche almanak (1835-1855) en de Kamper almanak (vanaf 1928), die nog steeds verschijnt, zijn anderssoortige almanakken. Hoewel ze ook veel typische almanak-informatie bevatten, hebben ze een ander formaat en gaat het hier ook vooral om de historische en/of literaire bijdragen.

Tot 1879 had Twente geen eigen almanak. De vanuit Steenwijk naar Hengelo verhuisde drukker Johan Klaasesz bracht samen met boekhandelaar H.L. Smit in 1877 de Twentsche Volksalmanak uit, maar dit bleek geen commercieel succes.
De Almelose drukker J.T. Sommer had in 1879 meer succes, zijn Twentsche Almanak sloeg wel aan. Tot 1924 zou drukkerij Sommer de almanak jaarlijks laten verschijnen, daarna nam de Twentsche Courant het stokje over. In 1994 kwam de uitgave in handen van de Twente Akademie en daarna Van Deinse Instituut i.s.m. uitgeverij Gherre, sinds kort is de Twentse (zonder ch) een product van TwentseWelle.

Johan Buursink schreef in de honderdste uitgave (1979) van de Twentsche Almanak een korte geschiedenis van deze almanak en gaat in op het bijzondere kenmerkende van de TA, n.l. het dialectverhaal, dat vrijwel vanaf de eerste uitgave (tot heden) in de almanak werd opgenomen. Opvallend is dat slechts enkele schrijvers ieder enkele decennia voor hun rekening hebben genomen: de Reutumse onderwijzer J.W. Heinink schreef zijn dialectverhalen tot aan zijn dood in 1906. ‘meester’ G.B. Vloedbeld (van oorsprong ook al onderwijzer) van 1911 tot 1936 en in drie decennia na de Tweede Wereldoorlog was het agrariër Hendrik Klaassen uit Albergen die zijn boerenverhalen publiceerde.
In de laatste jaren komen ook geschiedkundige onderwerpen aan bod in de almanak.

Behalve de eerste zes jaargangen zijn vrijwel alle sinds 1886 verschenen Twentsche Almanakken bij de OBD aanwezig.

Geen opmerkingen: