zondag 25 oktober 2009

Overijsselaars op reis (10): Jacobus Craandijk (1834-1912)



Jacobus Craandijk een Overijsselaar? Eigenlijk niet, maar op een weblog kun je je vrijheden permitteren. Bovendien, een klein beetje Overijsselaar was hij wel. Hij werd geboren in Amsterdam, groeide op in Den Haag, en woonde in Rotterdam en Haarlem. Maar precies 150 jaar geleden, in 1859, werd hij op 24-jarige leeftijd beroepen als Doopsgezind predikant in Borne, een Doopsgezinde gemeente die slechts veertig leden telde, die allen behoorden tot aan elkaar verwante fabrikeursfamilies. In het Levensbericht in het Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde (1913) staat over zijn Bornse tijd: ‘Craandijk werd er door Zijne prediking in de kleine huiselijke kerk, door zijn gemoedelijk godsdienstonderwijs, door Zijne bezoeken en zijn gemeenzaam deelen in lief en leed de huisvriend zijner gemeente, en bij de viering van zijne veertigjarige ambtsbediening zijn de weinige overgeblevenen (uit Borne) hem dit te Haarlem welsprekend komen toonen’. Craandijk had tijd genoeg om ‘vrijbeurten’ te vervullen bij andere Doopsgezinde gemeentes in het oosten van het land, leerde in Zwolle Anna Geertruida Ballot kennen, met wie hij in 1861 trouwde. Toen hij in 1862 beroepen werd in de belangrijke gemeente Rotterdam kon hij niet weigeren – hij moest tenslotte ook aan zijn carrière denken - , maar hij ging met pijn in het hart weg uit Borne. Hij stelde zijn vertrek zo lang mogelijk uit en vertrok vier maanden later dan gepland, op de dag van de grote brand van Enschede (7 mei 1962) naar Rotterdam.

Jacob van Lennep bezag Nederland in 1823 door de ogen van een wandelaar, een halve eeuw later deed Jacobus Craandijk hetzelfde. Er was een en ander veranderd in die 50 jaar, maar het verslag van de wandelingen van Craandijk, zoals weergegeven in Wandelingen door Nederland met pen en potlood, was het laatst vastgelegde beeld van Nederland voor de grote veranderingen op het gebied van verkeer en vervoer, communicatiemiddelen, industrialisatie en vóór de grote stadsuitbreidingen, hoewel het begin van die nieuwe tijd uit zijn reisverslagen doorklinkt.



De kleine Bornse Doopsgezinde gemeente liet Craandijk voldoende tijd om de streek te verkennen. Maar er over schrijven deed hij vijftien jaar later pas. Toen maakte hij drie wandelingen door Twente die hij in zijn boeken heeft beschreven. In 1986 is een heruitgave van de Twentse Wandelingen verschenen met een inleiding van B. Olde Meierink.
Ook andere delen van Overijssel werden door Craandijk bezocht. Zijn Wandelingen door Nederland met pen en potlood zijn gedigitaliseerd en allemaal na te lezen op de website van DBNL.

Wat betreft Overijssel is hier het volgende te lezen:
Diepenheim
Twenthe (1e gedeelte)
Twenthe (2e gedeelte)
Van Wijhe naar Diepenveen

Kijk ook op de website van Bert Kolkman voor veel meer informatie over Jacobus Craandijk.

Geen opmerkingen: