donderdag 13 augustus 2009

Museum van het Twents in wording

Wanneer je een museum van de Twentse taal gaat oprichten met als doel alle Twentse taaluitingen te inventariseren, registreren en waar mogelijk te verzamelen erken je impliciet dat het bergafwaarts gaat met het Twents als dagelijks gesproken taal. Dat laatste wordt ook bevestigd door voorzitter Jan van Alsté van de Oudheidkamer Twente en Goaitsen van der Vliet, uitgever van streektaalboeken. Volgens hen moet een op te richten Twentse Taalbank er voor zorgen dat de kennis van dit culturele erfgoed niet verloren gaat. Het gaat om het in kaart brengen van alle uitingen, dus naast boeken en tijdschriften ook cd’s met regionale muziek, Twentse revues, gesproken woord, films en reclames etc. Van der Vliet, die de taalbank moet gaan leiden, wil er overigens niet echt een museum van maken. Het moet een kennisinstituut worden, waar niet alleen verzameld, maar ook geregistreerd wordt waar zich elders materiaal bevindt. En daaraan gekoppeld een website waarop alles voor iedereen toegankelijk wordt gemaakt.
De Twentsche Courant Tubantia besteedde vanochtend een voorpagina-artikel en de pagina’s 2 en 3 aan dit ambitieuze plan.


Afbeelding: Alle Twentse taaluitingen zullen worden verzameld.

Op zich is het een mooi streven en gelukkig zijn er (nog) vele vervroegde uittreders die graag wat om handen willen hebben. Prachtig dus. Tenslotte hanteert de OBD t.a.v. haar eigen Overijssel Collectie de doelstelling dat er zo compleet mogelijk boeken en andere media over Overijssel verzameld worden. Hoewel, soms moet je besluiten dat bepaald materiaal beter op één punt bij elkaar gebracht kan worden. Zo heeft de OBD haar omvangrijke videocollectie via het Audiovisueel Documentatiecentrum Overijssel aan het HCO geschonken.

Bij de toekomstige taalbank zal het Tweanter Brulfteleed, het oudste Twentse gedicht, niet ontbreken. Johan Gigengack schreef hier in 1958 in Twenterlaand en –leu en –sproake over:
Jan Bernard Blydenstein (1756-1826), fabrikeur en maire (börgemeister) van Eansche ( 1811-1813) dichen biej geleagenheed van 't houwlik van Catharina Blydenstein en Herman Stroink 't "Tweanter Brulfteleed". 't HouwIik wör slötten oop de 25 Juni 1812, kot vuurdat de Fraanske soldaoten in 1813 duur de verbonden en (Kozakken) oet oons laand wadden veansterd. Blydenstein hef d'r vuur zaorgt, dat' n antal interessaante Tweanske weurde bewaard zint blewwen, dee aans verloren wadden gaon. 't Is daorbiej 't ooldste stuk in de Tweantske spraok, wat wiej riek zint. Al met al dus wisse wal van betaansie.


Afbeelding: Het Tweanter Brulfteleed uit de Overijsselsche Almanak 1836. Erop klikken voor vergroting.

Geen opmerkingen: