donderdag 30 april 2009

Uit de Overijssel-collectie van de OBD (2): O.S. van A.S.


Klik op afbeelding voor vergroting.

‘Objectieve en Subjectieve grepen uit de dagboeken van Anna Scholten’ is een zeldzaam tijdschrift. Niet zo vreemd, want haar familie, behorend tot de selecte kring van Twentse textielfabrikanten, heeft zoveel mogelijk exemplaren van het tijdschrift proberen terug te kopen, hetgeen aardig gelukt is. Dat allerlei zaken uit het privé-domein van dit gesloten wereldje in het tijdschrift besproken werden vond men niet zo prettig.
Anna Scholten (1874-1948), fabrikantendochter, was een buitenbeentje. Niet dom, ze had een goede opleiding genoten, maar prettig gestoord, excentriek, onconventioneel. Ze had het hart op de tong en voelde zich het middelpunt van de wereld.

Talrijk zijn de anekdotes over haar. Wanneer de preek van de dominee haar niet zinde, stond ze op en zong ze luidkeels een lied. Tot vermaak van de gemeente, tot ontzetting van een gastpredikant die haar niet kende.
Ze verplaatste zich per step en nam daarbij een voorname houding aan. Naast haar liep ook heel voornaam haar hondje Fideltje.
Als ze wat verder wilde reizen, bestelde ze een koets, hielp de koetsier in de koets en ging zelf op de bok zitten.


Foto: Anna (rechts) heeft een slachtoffer gevonden aan wie ze kan voorlezen.

Ze werd verliefd op een arts. De liefde was niet wederzijds, wat haar niet deerde. Ze had de verlovingskaartjes al laten drukken en de advertentie in de Tubantia al besteld, toen haar familie er net op tijd achter kwam en een schandaal kon voorkomen. Ze werd twee jaar ondergebracht in een sanatorium (zelf noemde het een satan-orium) in Kreuzlingen aan de Bodensee, waar ze vaak door haar familie bezocht werd, tot ze wist te ontsnappen en weer terugkeerde naar Twente.

In 1936 begon ze haar tijdschrift, dat vier keer per jaar verscheen. Het tijdschrift kende een aantal rubrieken, waarvoor ze afkortingen gebruikte: H.U.D.O.D. (Herinneringen Uit De Oude Doos), O.H.D.E.H.H. (Over de Heren Doktoren En Hunne Handelingen). Ze was verzot op doktoren. Anna haalde voortdurend herinneringen op over de tijd in het sanatorium. Verder bestond het tijdschrift uit ‘literaire’ stukjes – eigen werk, of vertalingen van de door haar geliefde schrijvers. En veel ‘nieuws’ uit de familie, kopieën van brieven, familiefoto’s. Wie haar in vertrouwen iets vertelde was aan de beurt – binnen de kortste keren stond het zwart op wit in haar tijdschrift. Ze was gek op het Koninklijk Huis, stuurde Prins Hendrik door haar vertaalde boeken en kreeg ook nog een reactie. Ze drong zich aan iedereen op, vooral aan hooggeplaatsten.


Afbeelding: Een bladzijde uit O.S. van A.S., door Anna Scholten ook wel 'Wereld's Periodiek Partijloos Orgaan' genoemd.

Wie meer over Anna Scholten wil weten moet het artikel over haar van Paul Abels in Jaarboek Twente 1991 lezen. Of haar tijdschrift
lezen dat ter inzage ligt bij de OBD en bij de Openbare Bibliotheek Enschede.
Zie ook de speciale fotopagina over Anna Scholten, die Robert Kemper op het web gezet heeft.

dinsdag 28 april 2009

Wil de échte Canon van Overijssel opstaan?



Er was al een canon van Overijssel. Maar nu komt er een nieuwe canon. De eerste canon werd samengesteld door Caspar van Heel, de oud-archiefinspecteur van de provincie Overijssel. Het werk van één man, de vijftig vensters kort en bondig weergegeven. Zo op het zicht een logische keuze qua onderwerpen – maar wie ben ik, ik ben geen historicus. Het samenstellen van een canon is natuurlijk een subjectieve zaak. Overigens ook de canon van Twente werd samengesteld door één persoon, te weten Dick Schlüter.

De IJsselacademie heeft het initiatief genomen tot het samenstellen van een nieuwe canon van Overijssel. De vraag is nu: welke canon moeten we nu beschouwen als de échte officiële canon van Overijssel?

De IJsselacademie pakt het wel groots aan. Aan historische verenigingen is verzocht om mee te werken aan het samenstellen van lokale canons. Er wordt begonnen in het Land van Vollenhove en Salland. In 2010 is Twente aan de beurt. Ook regionale canons en uiteindelijk dus de nieuwe canon van Overijssel moeten eind 2011 gereed zijn. Door de inbreng van de historische verenigingen gaat het ‘democratische gehalte’ van de canon wel omhoog.

Op het weblog van Mijn Stad Mijn Dorp, een ander groot opgezet project, waarbij het HCO samenwerkt met ook al de historische verenigingen, wordt helder uitgelegd wat de verschillen zijn tussen beide projecten.

De projecten Canon van Overijssel en Mijn Stad Mijn Dorp hebben trouwens ook veel gemeen: veel ambitie, veel hooi op de vork, een lang traject. Beide zijn erg afhankelijk van de steun van derden. Het Betuwelijn/HSL-spook doemt hier op: het kan allemaal veel meer tijd, moeite en geld gaan kosten dan was ingeschat. Geruststellend is dat het qua geld om totaal andere bedragen gaat dan bij de Betuwelijn. Het cliché ‘Wie niet waagt wie niet wint’ is hier wel degelijk van toepassing. Als niemand het initiatief neemt gebeurt er ook niets. We moeten geduld hebben, gezien het tijdpad, maar dan krijg je ook wat.

zondag 26 april 2009

Overijsselaars op reis (6): Hans Alma



De Zwolse journalist Hans Alma schreef in de jaren vijftig een vijftal reisverhalen. De van geboorte Hagenees (30 mei 1917) was aanvankelijk in de traditie van zijn familie officier in het leger. In 1946 werd hij redacteur bij de (toen nog) Provinciale Overijsselsche en Zwolsche Courant. Alma bleek veelzijdig. Hij stelde de sportpagina’s samen, schreef over kunst, en maakte paginagrote reportages over de meest uiteenlopende onderwerpen. Wanneer hij op pad was voor de reportages werd hij vergezeld door de Zwolse schilder en tekenaar Teun van der Veen, die de illustraties bij de artikelen verzorgde. In de zomer van 1950 kwam hij op het idee twee weken liftend zonder geld door de Benelux te trekken en daar reportages voor de krant over te maken. Ook Teun van der Veen ging mee. Ze voorzagen in hun levensonderhoud met goochelen en sneltekenen.

Door deze reis en de enthousiaste reacties op de verhalen ontdekte Hans Alma een gat in de markt in het na-oorlogse Nederland: er was nauwelijks een boek te krijgen over toeristische reizen naar vreemde landen. Opnieuw met Teun van der Veen maakte hij een reis naar Spanje en schreef daarover ‘Carmen zonder make-up, een vrijmoedig verhaal over een vreemde reis naar het Spanje van heden’ (1952).
Daarna volgden nog vier boeken over zijn reizen in het Middellandse Zeegebied, die hij overigens alleen maakte:
- Waar Europa eindigt, tussen derwischen en trolleybussen in het land van Tito (1953)
- Marianne’s rokzoom, achter de coulissen van de Rivièra (1954)
- In de schaduw van Hellas, een ontmoeting met het Griekenland van heden (1955)
- De ongepoetste laars, een reis door Zuid-Italië en Sicilië (1958)



In zijn boeken speelde Alma zelf de hoofdrol, het waren geen reisgidsen. Hij beschreef de interactie met de lokale bevolking en gaf daarbij een beeld van de cultuur en van de typische gewoonten van de streken die hij bezocht. De verschillende ‘types’, die hij ontmoette beschreef hij uitvoerig. Hij schreef in lange zinnen en gebruikte veel bijvoeglijke naamwoorden. Zijn stijl en taalgebruik doen mij sterk denken aan Havank.

Het Rooms-katholieke Lectuurrepertorium kon niet om hem heen maar waarschuwde haar lezers wel: zijn boeken waren ‘bohémien-achtige, doch suggestieve reisverhalen’.

Hans Alma maakte naam als schrijver en journalist. Hij stond op de nominatie om zijn hoofdredacteur van de Zwolse Courant op te volgen. Het liep anders. Op 25 april 1960 keerde hij met zijn gezin terug van een vakantie in Lugano, toen hij in de Ardennen op een brug frontaal op een vrachtwagen botste. Hans Alma en zijn vrouw overleefden het niet, hun zoontje bleef alleen achter.

De reisverhalen van Hans Alma zijn alle te leen bij de OBD. Zie de Overijsselse catalogus in de side-bar.

donderdag 23 april 2009

Martin Bril (1959-2009)



Even iets totaal anders.

Martin Bril was mijn favoriete schrijver/columnist. Hij schreef over de meest uiteenlopende onderwerpen, maar het liefst over de alledaagse werkelijkheid. Zijn dochters, zijn hond, de buren die hij vanaf zijn balkon gadesloeg. Net als Carmiggelt, zittend op een terras of in een café of restaurant, gadeslaan wat er gebeurt en daar verslag van doen. In een eigen stijl met veel korte zinnen en ‘tussenwoorden’. Enfin. Tsja. Woorden die hij zeer geschikt vond om op zijn grafsteen te laten zetten. Dat moment is nu dus aangebroken. Er waren bepaalde columns die mij het meest aanspraken. Deze kwamen als volgt tot stand: hij stapte in de auto en reed naar zomaar een plek in Nederland. Hij zag wel wat er gebeurde, had geen plan. Er gebeurde niet veel en daar schreef hij dan over. Met veel oog voor detail, wat ook wel moest als er zo weinig gebeurde.

Een voorbeeld van zijn fascinatie voor het alledaagse leven is zijn introductie van het begrip rokjesdag. Eén van zijn laatste columns ging er weer over.

Jammer dat Martin Bril er niet meer is.

Voor degenen die zijn werk nog nooit gelezen hebben, hieronder een verhaal uit ‘Het verdwenen kruispunt: berichten van het land’ (2006):

Genemuiden
Er zijn van die hoeken in het land waar je nooit komt als je er niets hebt te zoeken. De streek rond de Wieden, Beulakerwijde en Belterwijde, is zo'n hoek.
Wanneperveen.
Doosje.
Blauwe Hand.
Heetveld, Barsbeek en Barsbeker-Binnenpolder.
Het land is hier groen, de wegen voeren slingerend over dijken waar knotwilgen langs staan. Overal is water, en aan de horizon liggen de oude, strenge kerktorens van Kampen.
Belt -Schutsloot.
Roebolligehoek.
Genemuiden.
Om vanaf de N331 tussen Vollenhove en Hasselt in Genemuiden te komen, dient men de veerpont over het Zwarte Water te nemen.
Het is een kleine pont, eentje die een beetje scheef aan zijn kabel ligt, vanwege de stuurhut die aan de bakboordkant ietwat buitenboord lijkt te hangen. Bij wijze van ballast staat aan stuurboordzijde een rek met bakstenen. De man die de pont vaart, doet dat al 26 jaar; een verweerde man met een ruige snor en kort, borstelig grijs haar. Hij draagt een grote bril met goudkleurig montuur - type Lee Towers.
De oversteek duurt anderhalve minuut.
De pont is, blijkens een bord onder de stuurhut, gebouwd in Sliedrecht, door machinefabriek De Klop, in het jaar 1954. Een ander bord meldt dat het vaartuig is ontworpen door P. Intveld te Delft.
Hollands glorie.
Het dek van de pont is glad, en van donker metaal dat van het vele gebruik een doffe glans heeft gekregen. Er zijn nog meer borden, overal opgehangen - verboden te roken, motoren uitzetten, remmen vast, links eerst afrijden. Aan de stuurhut wappert een grote driekleur.
Twee keer heen en weer.
Wat een pont!
Op de kade bij het Veerhuis in Genemuiden stonden drie jongens van een jaar of tien met ieder een emmer water, een spons en een ruitenwissertje. Ze droegen nog net geen korte broeken, al was het daar wel het weer voor. Gezonde, blonde jongens waren het. Ze wilden wat bijverdienen door autora¬men te poetsen.
'Waar komt u vandaan, meneer?' vroeg de dapperste van de drie. Hij had een klein brilletje op.
'Amsterdam,' zei de meneer die de ramen van zijn auto wel even wilde laten poetsen.
De twee andere jongens waren al begonnen met hun werk en keken nu op. 'Daar wonen veel mensen,' zei de ene dromerig. 'En veel vliegen,' voegde de ander eraan toe.
De meneer liep verwonderd om zijn auto heen, en zag dat de voorkant vol dode insecten zat - die kleine bloederige vlekken die zo bij grote vakanties in het buitenland horen. 'Die vliegen komen uit de polder,' zei hij en hij wees naar de overkant van het Zwarte Water.

'Wij wonen hier in Genemuiden,' zei een van de jongens. Alsof het een heel andere wereld was, daar aan de overkant van het water.
De jongens poetsten de auto.
De meneer gaf ze alle drie een euro en vervolgde zijn weg.
De jongens stortten zich op een dame in een terreinwagen. Ondanks haar vuile ramen wilde ze niet dat de jongens er iets aan deden. Dat was dus iemand uit de andere wereld.

woensdag 22 april 2009

Overijsselse Historische Bijdragen online



Voor dit weblog veel interessanter nieuws dan de lancering van de World Digital Library is wat het Stamboomforum meldt: de series Overijsselse Historische Bijdragen en haar voorgangers zijn online gezet. Dit betekent dat de belangrijkste serie jaarboeken over de geschiedenis van Overijssel van 1860 tot nu voor iedereen beschikbaar zijn op de website van het HCO.

Het bericht klopt niet helemaal, want een aantal jaargangen zijn nog niet gedigitaliseerd. Ook de zoekfunctie is nog niet optimaal. Met behulp van ‘Snel zoeken in de website’ is al heel wat te vinden, maar nog lang niet alles.

Ik had het bestand al een tijd zien staan, maar zag dat het nog niet helemaal klaar was. Het leek me goed te wachten met een bericht hierover tot het HCO of de VORG, de uitgever van de serie, dit feit zelf wereldkundig maakten. Maar nu komt het Stamboomforum er dus al mee op de proppen. Het kan ook zijn dat ik een bericht hierover gewoon gemist heb.

Bij deze dan.

World Digital Library



Het meest verspreide bericht op dit moment. De World Digital Library is van start gegaan. Eerst hadden we Het Geheugen van Nederland, toen kwam Europeana en nu is er de World Digital Library.

Lees er meer over op Boekendingen.

“Oerend hard”, boek over Marti ten Kate



Het is geen ‘gewoon’ boek, dat Marti ten Kate en Rob Weeda hebben samengesteld. Behalve veel foto’s bevat Oerend hard ook aantekeningen uit zijn dagboek, uitslagenlijsten en krantenknipsels. Tussendoor loopt een chronologisch verhaal over zijn hardloopcarrière en in de kantlijn een parallel lopende tijdlijn met gebeurtenissen en feiten op het gebied van nieuws, sport en muziek.
Marti ten Kate is een hardloper, die verschillende disciplines binnen het hardlopen beheerste, maar op zijn sterkst was in wedstrijden tussen de 10 km en de halve marathon. Behalve door zijn snelheid viel hij op door zijn onafscheidelijke zonnebril en typische loopstijl.
Na het lezen van het boek, waarin veel inside-informatie te vinden is, heb ik op de televisie de marathon van Rotterdam met andere ogen dan gewoonlijk bekeken. Ik wist niet dat marathonlopers zo diep kunnen gaan dat ze door de schade aan hun lichaam nooit meer een bepaald niveau kunnen halen. Dat gebeurde bijvoorbeeld bij de onder extreme omstandigheden (hitte, slechte luchtkwaliteit) gelopen EK marathon in Split in 1990 met de top 10 van die dag. Zo staan er meer opmerkelijke gegevens in het boek.
Kijk hier voor een verslag van de presentatie van het boek, waarbij veel topatleten uit het gouden tijdperk van Ten Kate aanwezig waren.

Zie ook de biografie over Marti ten Kate op Wie is wie in Overijssel.

dinsdag 21 april 2009

(Oud)-Zwollenaren opgelet! 23 april bij HCO: Zwolle in de Tweede Wereldoorlog

Zojuist ontving ik een persbericht van het HCO:

Historische foto- en filmbeelden van Zwolle in de Tweede Wereldoorlog
Op donderdagavond 23 april geeft Paul Harmens, collectiebeheerder van de stichting ‘Zwolle 1940-1945 in het Historisch Centrum Overijssel een lezing over Zwolle in de Tweede Wereldoorlog. De collectie ‘Zwolle 1940 – 1945’ telt zo’n 800 foto’s. Harmens heeft het afgelopen jaar weer verschillende nieuwe foto’s aan de collectie kunnen toevoegen. Hij zal voor de pauze de foto’s laten zien en deze met feiten en anekdotes uitgebreid toelichten. Wat is er precies gebeurd, waar is de foto genomen? Hoe ziet dezelfde locatie er nu uit? Vragen waar hij zoveel mogelijk een antwoord op zal geven.

Na de pauze wordt de film 'Zwolle in oorlogstijd, 1937-1945' vertoond. Het betreft een compilatie van origineel en uniek filmmateriaal van particulieren, het Polygoonjournaal en propagandamateriaal. De film bestaat uit 3 delen. Deel 1 loopt van 1937 tot de bezetting, waarin u o.a. het spoorcomplex, de markt en het Kleine Veer bij Oldeneel ziet. Maar ook bijvoorbeeld de optocht ter gelegenheid van de geboorte van prinses Irene op 5 augustus 1939.
Daarna volgen filmfragmenten over de bezetting met de beelden van 10 mei 1940 als Duitse soldaten het centrum van Zwolle binnenmarcheren, maar ook met de verwoesting van de treininfrastructuur rond Zwolle. U ziet ook delen van de kampioenswedstrijd voetbal tussen PEC en Vitesse in Apeldoorn in 1941.
Deel 3 begint uiteraard met de bevrijding van Zwolle door de Canadese troepen op 14 april 1945 en de bevrijdingsfeesten die in de maanden daarna volgden. Tot slot ziet u de opening van de spoorbrug bij Zwolle op 2 mei 1946.

De avond begint om 20.00 uur en zal rond 22:00 uur afgelopen zijn. De toegang is gratis. Wij raden u aan om op tijd te komen, want het aantal plaatsen is beperkt. Helaas is reserveren niet mogelijk.


Foto: Bom verwoest huizen in de Anjelierstraat op 28 april 1941

Voor wie dit bericht te laat komt. Bij het HCO vinden regelmatig lezingen en historische avonden plaats. Kijk op de website van het HCO.

Mijn antwoord op mijn vraag



Iedereen zal dat wel eens hebben. Dat je twijfelt aan de zin van al je inspanningen. Wat zou er veranderen wanneer ik gewoon stop met dit blog. Niets dus, maar dat geldt voor zoveel dingen, (bijna) niemand is onmisbaar. Toch boden de reacties op mijn vraag weer openingen en mogelijkheden om verder te gaan.
Een terechte opmerking is dat, wanneer je berichten publiceert in de vorm van mededelingen, het logisch is dat je geen reacties krijgt. Zeker niet vanuit de doelgroep (historisch geïnteresseerden) die anoniem is. Meer berichten met vraagtekens erachter en meer je eigen mening weergeven zal eerder reacties oproepen. Het gaat natuurlijk niet om reacties als ‘wat goed wat je daar schrijft’ (ook wel leuk) maar om inhoudelijke reacties en het op gang brengen van een discussie.
In ieder geval bedankt voor de reacties en de tips, waar ik zeker wat mee ga doen. Ik ga voorlopig maar ‘dom verdan’.

zondag 19 april 2009

Heeft dit weblog nog wel zin?



Deze vraag komt bij mij toch steeds weer bovendrijven. Ik steek veel (vrije) tijd in dit weblog. Wat levert het op?
Enkele cijfers: aantal unieke bezoekers per dag zo’n 30-40. Unieke bezoekers zijn IP-adressen, niet actions of hits, die soms ook wel als bezoekers worden geteld. Sinds ik in oktober 2008 officieel met dit blog begon is het laagterecord 14, vorige week op 1e paasdag waren er 425 unieke bezoekers, dankzij een bericht over plaats en tijd van de paasvuren in Overijssel. Een trucje om bezoekers te trekken zo’n bericht, net als ‘Activiteiten voor kinderen in de kerstvakantie’. Je hoopt dan op nieuwe bezoekers die nog eens terug komen.

In het begin was het aantal bezoekers via direct/link en via search ongeveer gelijk. Het percentage toevallige bezoekers (via search) wordt nu steeds groter – kan ook niet anders met tot nu toe 140 berichten over diverse onderwerpen.

Wat zwaar tegenvalt is het aantal reacties. Is de doelgroep (historisch geïnteresseerden) te vaag en te anoniem? Er wordt nauwelijks gereageerd en dat is toch een streven bij een web 2.0 activiteit.

Ik zou me meer op andere zaken kunnen richten. Naast het beheer van de Overijssel collectie heb ik nog andere taken: inlichtingenwerk, Aladin etc. Maar er zijn al zoveel blogs op dat terrein (en hele goeie), dus wat moet ik daaraan toevoegen?

Ik mag graag stukjes schrijven. Maar ik kwetter niet en zit niet op Hyves – past niet bij me – ik ben een doener en geen prater. Maar als je je niet onder de mensen begeeft (op Twitter en Hyves dus) blijft veel van wat je doet onopgemerkt.

Driekwart van de uren die ik steek in dit weblog gaan ten koste van mijn vrije tijd. Als ik die uren op zou tellen…… laat ik dat niet doen, de kans bestaat dat ik er dan meteen mee stop. Wat is dan het antwoord op de gestelde vraag? Ik moet er nog eens ernstig over nadenken.

Hoort een genealogische collectie wel thuis in de bibliotheek?



Een jaar of tien geleden kwam de bibliotheek Winterswijk in het (genealogische) nieuws omdat een groot bestand van de Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen (oftewel de Mormonen) aldaar raadpleegbaar was. Opnieuw heeft de bibliotheek Oost-Achterhoek, waartoe Winterswijk nu behoort, een genealogische primeur. Op de website is een enorm Achterhoeks genealogisch bestand te vinden, de z.g. Collectie Das.
Wel jammer dat je in pdf-bestanden moet zoeken. Een groot deel van de stambomen van families uit Winterswijk en wijde omgeving is ook opgenomen in het bestand van Yvette Hoitink, dat gemakkelijk doorzoekbaar is.

Genealoog Bob Coret vraagt zich af waarom dit bestand op een site van een bibliotheek staat. Waarom niet op de site van een archief, CBG, vereniging als NGV of HCC of genealogische website als Genealogie Online. Deze partijen hebben naar zijn mening kennis om dit soort gegevens te ontsluiten.
De al genoemde Yvette Hoitink, zelf zeer deskundig op het terrein van de genealogie, dient hem van repliek: ‘Het is heel toepasselijk dat deze collectie op de website van de Winterswijkse bibliotheek staat. De Winterswijkse huisarts Das heeft een kopie van zijn collectie aan de bibliotheek nagelaten. Dat was het begin van een enorme genealogische collectie in de OB Winterswijk. Toen het lokale gemeentearchief overging naar het streekarchief in Doetinchem zijn er microfiches gemaakt van de burgerlijke stand en bevolkingsregisters en zijn die ook in de bibliotheek beschikbaar gesteld. In de bibliotheek is ook het Historisch Informatiepunt gevestigd, waar een archivaris spreekuur houdt. Als je onderzoek doet naar Winterswijkse families is de bibliotheek Winterswijk dus DE plek om te zijn.’

Toen ik deze blog begon kon ik mij voorstellen dat er vanuit de wereld van het ‘erfgoed’ verbaasd gekeken zou worden. Het is alsof je onder iemands duiven zit te schieten. Maar de Overijssel-Collectie van de OBD bestaat al 50 jaar. Al tientallen jaren wordt alles aangeschaft wat er verschijnt. In de jaren 70 en 80 werd een grote audiovisuele collectie opgebouwd – we hadden zelfs een eigen filmploeg. Archieven waren nog naar binnen gericht. Dat laatste is nu veranderd. Onze avm-collectie is via een tussenstap bij het Historisch Centrum Overijssel terecht gekomen. Maar we hebben nog steeds een complete uitleenbare regionale collectie. De bibliotheek Enschede heeft een prachtige Twente-collectie. Daar mag je dan toch mee aan de weg timmeren? Buiten de provincie zijn er nog veel meer voorbeelden, veel bibliotheken bezitten een Historisch Informatiepunt. De collecties van bibliotheken, archieven en andere erfgoedinstellingen kunnen wat mij betreft naast elkaar bestaan. Het publiek kan gebruik maken van de voordelen die elk van deze instellingen kan opleveren. Bij de archieven vind je deskundigheid en kun je met een onderzoek de diepte in gaan. De bibliotheek is laagdrempelig en - na de sluiting van de postkantoren – het meest bezochte openbare gebouw en het materiaal is grotendeels uitleenbaar.

De IJssel in beeld: 12 tentoonstellingen en evenementen



Zeven musea in de Hanzesteden aan de IJssel presenteren vanaf april 2009 de rivier de IJssel in alle facetten en schoonheid. Van historisch kaart- en beeldmateriaal en oude meesters zoals Voerman tot hedendaagse en moderne impressies van de rivier, muziek en dans en nog veel meer. Lees verder …

Hattem – Voerman Museum 11 april t/m 21 juni: 'De Levendige IJssel' ; hedendaagsekunstenaars tonen hun kijk de rivier

Arnhem – Historisch Museum 24 april t/m 20 september ‘Ik heb een steen verlegd’ De IJssel in historische kaarten van Arnhem tot Zutphen

Hattem – Voerman Museum vanaf 1 mei: ‘Kasteel de Dikke Tinne’, het kleinste kasteel van Nederland was gelegen aan de IJssel.

Deventer – Historisch Museum 30 mei t/m 24-01-2010 ‘IJssel meer of minder’, ruimte voor de rivier bij Deventer

Kampen – Stedelijk Museum 6 juni t/m 27 juni ‘IJssel Panorama’

Zutphen – Stedelijk Museum 13 juni t/m 4 oktober ‘De IJssel tussen de muren’ , schilderijen, aquarellen en prenten uit de collecties van de Musea Zutphen

Zutphen – Stedelijk Museum 13 juni t/m 4 oktober ‘Presentatie IJssel workshop’, werkstukken

Zutphen - St. Walburgiskerk 5 t/m 25 juni ‘Zutphense stromingen’, Zutphense kunstenaars tonen hun werken over de IJssel in de Walburgiskerk

Hattem - Voerman Museum vanaf 4 juli ‘De hertog komt’, het reizende hof van de hertogen van Gelre
Zwolle – Stedelijk Museum 12 juli t/m 20 september ‘De loop van het water’, de IJssel als barrière, waterloop en inspiratiebron

Kampen – Stedelijk Museum ‘Van Hoogmoed tot rampspoed’ in het nieuwe stedelijk museum van Kampen

Doesburg – Streekmuseum De Roode Tooren ‘Doesburg en de IJssel’

zaterdag 18 april 2009

Google maps en historische informatie



Sinds april 2007 is het mogelijk om bij Google Maps een gepersonaliseerde kaart aan te maken. Voor voorbeelden kijk hier en hier.

Voor degenen die net als ik verzot zijn op allerlei toepassingen met kaarten misschien een aardige tip. Archief Eemland laat oude afbeeldingen en archiefstukken van Amersfoort zien in Google Maps. Op Amersfoort op de kaart worden archiefstukken verbonden aan plekken in Amersfoort, waarbij bezoekers zelf commentaar kunnen toevoegen.

Mogelijkheden die geboden worden:
- Inzoomen op een locatie in de stad en historische afbeeldingen bekijken. Van honderd plekken in de stad is een korte beschrijving te vinden, soms met filmpjes of ingesproken herinneringen.
- Oude stadsplattegronden over de moderne kaart heen leggen en bekijken hoe de stad in loop van de tijd is veranderd.
- Verder nog: een tijdlijn met de hoofdpunten uit de geschiedenis van de stad en historische wandelingen. Ook kan men eigen informatie in tekst en beeld toevoegen.

vrijdag 17 april 2009

Verhalenwedstrijd ‘Historisch kippenvel’



Maak een boeiend, spannend of grappig verhaal over de geschiedenis van je eigen huis, plaats of streek en win een prijs. Dat kan op elke manier; een verhaal, gedicht, toneelstuk, film of video, muziekstuk, lied, schilderij. De enige voorwaarde is dat het "verteld" kan worden.

De verhalenprijsvraag wordt georganiseerd door het Historisch Centrum Overijssel in samenwerking met de Stentor en Tubantia. Naast een vakjuryprijs wordt een publieksprijs toegekend. De door de vakjury uitgekozen 5 genomineerden publiceren hun inzending in de Stentor en in Tubantia. Het publiek kiest via internet de winnaar van de publieksprijs. De bekendmaking van de prijswinnaars vindt plaats op de Dag van de Regionale Geschiedenis en Streekcultuur op 19 september 2009.

Prijzen: Per categorie is er een eerste prijs van € 500,- De publieksprijs wordt ter beschikking gesteld door de Stentor en Tubantia en is een verwenweekend op een historische plek in Overijssel.

Voor meer informatie en het wedstrijdreglement zie de website van het Historisch Centrum Overijssel.

donderdag 16 april 2009

Muziek uit het oosten (13): Herman Brood - Saturday night

Een speciale rubriek – voor de liefhebbers van muziek. Van alles wat – in ’t Engels of in ’t plat. Goud en oud, nieuw of fout.

Alweer 30 jaar geleden dat Herman Brood met dit nummer het hoogtetepunt van zijn carrière meemaakte. Alweer 8 jaar geleden dat hij er op een warme zomermiddag een een eind aan maakte.

woensdag 15 april 2009

Almelo De Riet en Zwolle: 100 jaar wonen in woord en beeld



Begin dit jaar verschenen twee boeken over honderd jaar wonen en volkshuisvesting. 100 jaar SWZ: wonen in Zwolle, een ‘impressie van een tijdperk’, zoals de auteur Bertus van den Belt de inhoud van zijn boek beschrijft. Niet een typisch jubileumboek voor de incrowd van de Stichting Woningenbeheer Zwolle en haar voorgangers. Het is vooral geschreven voor de huurders en bevat verhalen en foto’s van deze huurders.

Almelo De Riet: geschiedenis van een tuindorp, geschreven door Joep Scheffer, gaat ook over bouwen en wonen in de afgelopen honderd jaar, maar gaat ook over de geschiedenis van (sport)verenigingen, scholen etc. in deze Almelose buurt.

In beide boeken begint het verhaal in 1901 met de invoering van de Woningwet, die gemeenten verplichtte tot het bouwen van huizen om aan de erbarmelijke woonomstandigheden van arbeiders een einde te maken. Er werden woningbouwverenigingen opgericht die geld konden lenen van het rijk en plannen konden maken.

In ‘100 jaar SWZ’ wordt geschetst hoe uitgangspunten en inzichten veranderden: de mooie tuindorpen uit de jaren ’20-’30, de montagebouw uit de jaren ’50 etc. In het boek staan interviews met en levensverhalen van bewoners. Tweederde van het boek bestaat uit foto’s, vaak mooie sfeerbeelden uit voorbije jaren.

‘Almelo De Riet’ beschrijft de geschiedenis van één buurt en gaat ook dieper: de vrijetijdsbesteding door de jaren heen (verenigingen), gebeurtenissen, gebouwen. Ook hier weer interviews, beschrijving van het dagelijks leven en veel foto’s.

zondag 12 april 2009

Nieuwe website Oudheidkamer Twente


Afbeelding: Uit de collectie van de Oudheidkamer Twente: schilderij van H.P. van der Haar - Watermolen bij Burgsteinfurt.

De Vereniging Oudheidkamer Twente bezit een grote museale collectie en een mediatheek met boeken, archivalia, foto’s/ansichtkaarten, historische kaarten etc. Tot twintig jaar geleden vormde de museale collectie een belangrijk onderdeel van de collectie van het Rijksmuseum Twenthe in Enschede. Het museum koos voor een nieuw concept – alleen kunst – en knikkerde de collectie van de Oudheidkamer eruit. In 1995 werd het Van Deinse Instituut opgericht, dat werd gevestigd in het Elderinkshuis. In dit pand werd een groot deel van de museale collectie opgeslagen. De mediatheek bleef wel toegankelijk en werd ook uitgebouwd.
Eindelijk na vele jaren kon in 2008 de museale collectie weer tentoongesteld worden in TwentseWelle. Ook de mediatheek is voor iedereen raadpleegbaar in het Kennis- en Informatiecentrum van TwentseWelle. De Oudheidkamer betrok een nieuw pand naast TwentseWelle, waar een cultuurhistorische sociëteit werd geopend.

Bij al deze nieuwe ontwikkelingen hoort een nieuwe website. Hierop is nu per collectie het volledige bezit in lijstvorm weergegeven. Elke collectie afzonderlijk is op trefwoord doorzoekbaar.
Helaas zijn bij de meeste collecties wel de beschrijvingen, maar de afbeeldingen nog niet beschikbaar. Begrijpelijk, je kunt niet alles tegelijk en ik heb begrepen dat daar hard aan gewerkt wordt. De schilderijencollectie is trouwens al wel te bekijken.

donderdag 9 april 2009

Mijn Stad Mijn Dorp: Geschiedenis van Overijssel Web 2.0



Ik heb al eens bericht over Mijn Gelderland, de erfgoedwebsite van Gelderland. Hier werken archieven, bibliotheken, erfgoedinstellingen en media samen. In meer provincies is zo’n erfgoedwebsite of erfgoedportal van de grond gekomen en overal wordt het weer anders georganiseerd. In Overijssel heeft het Historisch Centrum Overijssel het initiatief genomen tot Mijn Stad Mijn Dorp.

Mijn Stad Mijn Dorp moet een website worden - (in eigen woorden): over Overijsselse geschiedenis, die wordt gevuld door archieven, historische verenigingen, musea en andere collectiebeheerders, maar ook door individuen. Het web 2.0 gehalte van de website moet hoog zijn – veel interactiviteit, het naar eigen keuze inrichten van de website etc.
Het afgelopen jaar is een aantal bijeenkomsten belegd met vooral historische verenigingen en zijn ervaringsdeskundigen geraadpleegd. De eerste subsidies zijn binnen. Er is gestart met een technologische verkenning, het maken van een functioneel ontwerp en een businessplan.
Er is een weblog gestart over Mijn Stad Mijn Dorp om de voortgang te tonen en om te kunnen communiceren met belangstellenden.
Uit de visiebijeenkomsten met historische verenigingen is een enorme lijst met thema’s, onderwerpen en aandachtspunten gekomen.
De eerste echte invulling van de website zal gericht zijn op beeldmateriaal (foto’s, films). Zie voor alle doelstellingen etc. het Visiedocument.

Ook voor bibliotheken is volgens het Visiedocument een taak weggelegd. Genoemd wordt ‘Beschikbaar stellen en presentatie van het cultureel erfgoed van Overijssel.’
Ik denk dan meteen aan de Overijsselcatalogus waarin het bezit van de Athenaeumbibliotheek, HCO, Overijssel-Collectie van de OBD, maar ook diverse streekcollecties van Overijsselse bibliotheken is opgenomen. De Overijssel-collectie van de OBD is ook voor 90% beschikbaar voor uitlening. Deze catalogus, waaraan steeds meer functionaliteiten worden toegevoegd, zou onderdeel kunnen zijn van de nieuwe website.
Wat betreft te digitaliseren collecties zijn vooral de archieven en musea in beeld, hoewel ook bibliotheken hun steentje kunnen bijdragen. Sprekend voor de OBD: er is een mooie collectie rechtenvrije geïllustreerde tijdschriften en geïllustreerde toeristische gidsen (met uitgebreide plaatsbeschrijvingen) aanwezig uit eind 19e en begin 20e eeuw, die we graag zouden willen digitaliseren.
Als OBD hebben we al bestanden als Overijsselse romans en verhalen en Overijssels krantenoverzicht vanaf 1790 die zouden kunnen worden ingepast in Mijn Stad Mijn Dorp. Ook houden we precies bij wat er allemaal verschijnt aan Overijsselse boeken. Zie sidebar van dit weblog. De OBD heeft specialisten in huis op het gebied van ouderenzorg en reminiscentieactiviteiten voor en met ouderen (één van de genoemde onderwerpen).

Als ik het goed begrijp wordt Mijn Stad Mijn Dorp een website waar alle (nou ja) gedigitaliseerde collecties en andere informatie over Overijsselse geschiedenis en erfgoed te vinden zijn, ofwel direct ofwel door een link. De mogelijkheid om gemakkelijk als instelling of individu aanvullingen en nieuwe content te plaatsen vormt een belangrijk onderdeel. Een goed uitgangspunt alvast en als Tukker zeg je dan Kiek’n wat wördt, maar dat zeggen Tukkers altijd.

Zie ook de bijdrage van de Digitale Archivaris over Mijn Stad Mijn Dorp.

woensdag 8 april 2009

200 jaar Dedemsvaart


Foto: de Rollecate, het huis dat Baron van Dedem in Vollenhove steen voor steen liet afbreken en opnieuw liet opbouwen aan de Dedemsvaart.

Op 9 juli 1809 werd begonnen aan de uitvoering van het plan van Baron Willem Jan van Dedem tot den Berg een 43 kilometer lang kanaal te graven tussen het Zwartewater bij Hasselt en de Vecht bij Ane in de buurt van Gramsbergen. Doel was de uitgestrekte veengebieden tussen Hasselt en Hardenberg te ontsluiten om ze daarna te kunnen ontginnen. Baron van Dedem bezat veel grond in dit gebied en was (eigenlijk als grote veenbaas) direct belanghebbende bij het graven van het kanaal dat naar hem genoemd werd. Hoe Van Dedem de tegenwerking van de IJsselsteden omzeilde en toestemming verkreeg van Lodewijk Napoleon en welke moeilijkheden werden overwonnen voordat in 1867 de Dedemsvaart gereed was, is te lezen in een artikel in Buiten (1909) dat werd geplaatst t.g.v. het honderdjarig jubileum.


Klikken voor vergroting

In het artikel lezen we verder dat de Zwolse notabele Mr. Gerrit Willem van Marle, die grote bezittingen had in de Avereester venen, eind 18e eeuw het plan opvatte de venen oostwaarts van Hasselt op grote schaal te ontginnen. De tegenstand van Zwolle en andere IJsselsteden, die hun transito-handel richting Duitsland dreigden te verliezen, was zo groot, dat de zaak niet doorging. Zijn schoonzoon, de al genoemde Baron van Dedem, werkte na het overlijden van zijn schoonvader verder aan de plannen. Door zonder aankondiging vooraf, tijdens een bezoek van Lodewijk Napoleon aan Hasselt in 1809, zijn plannen rechtstreeks aan de koning voor te leggen, die daarop meteen zijn toestemming gaf, stak hij zijn tegenstanders (de IJsselsteden) de loef af. Zo verkreeg hij de concessie tot kanalisatie. De eerste jaren verliepen voorspoedig – binnen twee jaar was men al tot Balkbrug gevorderd. Daarna vormde de financiering een obstakel. Hij verkocht de concessie in 1826 aan de provincie Overijssel, kocht deze in 1828 weer terug, tot in 1845 de provincie voor 400.000 gulden definitief eigenaar werd. In 1867 was de aanleg van de Dedemsvaart en zijkanalen voltooid.

Tot zover de stand van zaken in 1909. De Baron van Dedem komt in het artikel in Buiten in de geest van de tijd naar voren als een heroïsch figuur die een groots werk heeft verricht.

In de jaren zestig van de vorige eeuw besloten de Provinciale Staten van Overijssel het opkomend autoverkeer tegemoet te komen en verreweg het grootste gedeelte van de Dedemsvaart te dempen. Nu gaan er weer stemmen op de Dedemsvaart in oude luister te herstellen.

Er wordt dit jaar veel aandacht besteed aan 200 jaar Dedemsvaart, vooral door historische verenigingen uit de voormalige gemeenten Avereest en Nieuwleusen. Veel dorpen in deze streek hebben hun ontstaan te danken aan het kanaal.
In de Palthehof in Nieuwleusen loopt tot en met 31 oktober de tentoonstelling ‘Met dank aan de baron’ en in de Turfschuur in Dedemsvaart de tentoonstelling ‘200 jaar Dedemsvaart’.
Voor meer activiteiten dit jaar zie de website van de Palthehof en het speciale tijdschrift over 200 jaar Dedemsvaart.
Zie ook hier.

dinsdag 7 april 2009

Fietsroutenetwerk Overijssel ook al gedigitaliseerd


Foto: Opening fietsroutenetwerk Twente in april 2007

Zo, weer terug van weggeweest. Een week wezen fietsen in de Noord-Hollandse duinen. We hadden geluk: geen regen en veel zon. Dat kun je anders treffen in deze tijd van het jaar. In dit seizoen zijn de prijzen van huisjes in vakantieparken onwaarschijnlijk laag. Veel ouderen weten dit en boeken, wanneer er mooi weer in het vooruitzicht is, op het laatste moment. Je kunt bij verblijf op zo’n park vast wennen aan de toekomstige vergrijzing. Ik zit volgens de afdeling PZ van de OBD met een ‘stuwmeer’ aan vrije uren. Daar heb ik wat aan gedaan. Nu zit ik met een stuwmeer aan RSS- en Google Alert berichten en moet ik de draad weer zien op te pakken.
Ook in Noord-Holland kwam ik de bekende bordjes van het fietsroutenetwerk tegen. Dit netwerk bestaat uit knooppunten (fysiek: borden met een kaart van de omgeving), waarbij je telkens voor een nieuwe route kunt kiezen. Twente was twee jaar geleden één van de eerste regio’s waar dit knooppuntenstelsel werd gerealiseerd. In 2008 volgden Salland, Vechtdal, IJsseldelta en Kop van Overijssel. Dit netwerk is nu ‘gedigitaliseerd’. Een groot woord voor een aardig hulpmiddel – je moet nog wel zelf fietsen. Het is nu mogelijk thuis alvast een route te plannen – compleet met afstanden – en deze uit te printen. Op de uitdraai staan dan de nummers van de knoopppunten met tussenliggende afstanden. Onderweg hoef je alleen maar de nummers op de bordjes te volgen. Gemakkelijker kan niet. Zie: fietseninoverijssel.nl (kijk bij 'routeplanner')